Hartklachten door langdurige en wisselende blootstelling aan koolmonoxide (CO)

Samenvatting na beoordeling

Aan het NCvB is de vraag voorgelegd of bij twee werknemers die al meer dan 25 jaar werken in een koffiebranderij en die in de afgelopen jaren hartklachten hebben gehad, een verband is met de blootstelling aan CO. Uit metingen voorafgaand aan maatregelen en uit berekening van de gemiddelde blootstelling over de dag aan CO blijkt dat beide werknemers mogelijk jarenlang blootgesteld zijn geweest aan concentraties CO net onder of net boven de MAC-waarde (25 ppm).

Op basis van de literatuur kunnen we vaststellen dat chronische blootstelling aan CO het risico op hart- en vaataandoeningen van werknemers verhoogd. CO heeft zowel invloed op de beschikbaarheid van zuurstof in het bloed, wat vooral invloed heeft op hart en hersenen als een rechtstreekse negatieve invloed op (hart)spierweefsel. CO-blootstelling is voor het hart een extra risicofactor, naast bekende risicofactoren als hoge bloeddruk, weinig bewegen, roken, een te hoog cholesterol etc. CO-blootstelling kan daarom bijdragen aan het ontstaan van hart- en vaataandoeningen. Bij CO-blootstelling treedt al in aanleg aanwezige angina pectoris waarschijnlijk sneller op en CO kan ook een trigger zijn voor het optreden van een myocardinfarct bij mensen met onderliggende hart- en vaatafwijkingen. Het is ook waarschijnlijk dat CO-vergiftiging kan leiden tot vaak atypisch verlopende hartklachten zonder dat vooraf sprake is van hartproblemen. Hierbij lijkt hoge blootstelling en/of piekblootstelling vaker een rol te spelen dan chronische blootstelling aan minder hoge CO-concentraties. Rokers lopen in het algemeen een hoger risico dan niet-rokers, omdat de basisconcentratie COHb bij rokers 2-3% hoger is dan bij niet-rokers. Bij beide werknemers die in de afgelopen jaren met hartklachten te kampen hebben gehad, was sprake van het optreden van deze klachten op relatief jonge leeftijd. Hoewel bij beiden sprake is van een aantal andere mogelijke risicofactoren in de voorgeschiedenis, is het naar onze mening na bestudering van de literatuur bij beiden zeer wel mogelijk  dat de blootstelling aan zowel de matige gemiddelde CO-blootstelling als het blootstaan aan piekblootstellingen tijdens bepaalde taken een bijdrage heeft geleverd aan het ontstaan van hun hartaandoening en een trigger is geweest voor het optreden van de hartklachten.