Mogelijke borstkankercluster in een ziekenhuis

In een ziekenhuispopulatie van 200 personen gaat het om vijf gevallen van borstkanker in de periode 2012-2016 (drie sinds september 2014). Daarnaast in afgelopen twee jaar nog een geval van M. Hodgkin en van oesophaguscarcinoom. 

Uit een voorlopige beoordeling van zowel het kankercijfer als het borstkankercijfer blijkt dat de aantallen over het algemeen binnen de verwachte spreiding liggen. Dat betekent dat het aannemelijk is dat sprake is van een toevalsvariatie in de tijd. Wat betreft de diagnose borstkanker gaat het vier maal om een mammacarcinoom en eenmaal om een carcinoma in situ. Er is onvoldoende informatie om te beoordelen of het om een cluster van een specifieke variant gaat. Ook is geen informatie bekend over de aanwezigheid van niet-werkgebonden risicofactoren bij de betrokken vrouwen om een cluster door invloeden van werk aannemelijk te kunnen maken.

In de literatuur zijn aanwijzingen voor een rol van onregelmatig werk en nachtdiensten op het ontstaan van borstkanker. Niettemin wijzen alle onderzoeken op een vrij beperkte verhoging van het risico, want in het algemeen worden relatieve risico’s gevonden tussen 1,2 en 1,5; dus een verhoging van het risico met 20-50 procent en dan vooral voor (zeer) langdurige perioden met nachtdienst of ploegendienst. De verhoging van het risico door deze werkfactor is lager dan een aantal van de niet werkgebonden risicofactoren. Ook valt op dat drie van de vijf vrouwen met borstkanker niet in de nachtdienst werken.

Samenvattend zijn er op dit moment te weinig aanknopingspunten om een relatie tussen de gevallen van borstkanker en een eventuele factor in het werk te veronderstellen. Nader onderzoek zou zich eerst moeten richten op vaststellen of sprake is van één type mammacarcinoom en op de aan- of afwezigheid van de niet-werkgebonden risicofactoren bij de vrouwen met borstkanker.

Kort overzicht van factoren die borstkanker beinvloeden